‘Vogeltje, wat zing je vroeg’, dat zingen de ouderen van het verpleeghuis Hannie Dekhuijzen als zij samen met tien leerlingen van de Elisabethschool pindaslingers maken. Voor zover de ouderen dat liedje nog kennen, want hun geheugen werkt niet meer zo goed. Kinderen en ouderen zitten aan een grote tafel in de woonkamer van het tehuis. De slingers worden in rap tempo gemaakt en aan het eind van de les opgehangen aan struiken in de tuin van het verpleeghuis.
‘Wel een beetje hoog ophangen hè, anders zijn de vogeltjes voer voor de katten’, waarschuwt juf Iris Adric zodra ze eenmaal buiten zijn. De kinderen weten uit eerdere lessen waarom die pindaslingers voor de vogels belangrijk zijn, waarom die vogels zo nuttig zijn voor het ecosysteem en welke vogels dol op pinda’s zijn.
Dit keer zitten de kinderen en ouderen rustig te werken. Dat is niet altijd zo. Soms zijn de ouderen wel een beetje lastig. Dan zeggen ze vreemde dingen, worden boos of lopen zomaar opeens weg. Dat geeft niets, het is goed dat de kinderen zoiets ook eens meemaken. Ook hun eigen opa’s en oma’s kunnen dement worden.
Pastinaakles
Zoals bij het maken van pindaslingers krijgen de kinderen bij alles wat ze doen, het hoe en waarom daarvan te horen. Dat leidt regelmatig tot verwondering, zoals bij de pastinaakles. Toen hebben ze zelf pastinaken geplant en geoogst, ze in de les klaargemaakt en opgegeten, en ook mee naar huis genomen. De ouders vonden het een goede zaak dat de kinderen zelf die groentes leerden maken en eten. De ouders waren verrast: pastinaak was voor velen van hen een onbekende groente.
De verwondering is er ook bij de juf. Regelmatig stellen de kinderen heel bijzondere vragen. Zo moet Iris zelfs een keer uitleggen wat moleculen zijn. Moleculen, hoe leg je dat uit aan achtjarigen… ‘Dat was knap lastig.’
De groenlessen vallen allemaal prima binnen het motto dat Vakmanstad gebruikt: Leren hoe je goed voor jezelf zorgt, goed voor de ander zorgt en goed voor de wereld zorgt. In de klas gaat het hierbij niet alleen om de andere mensen, maar ook om alle andere wezens in de omgeving, van de regenwormen tot de buurtbewoners. Iris maakt daarbij handig gebruik van alles wat ze in de omgeving van de school tegenkomt en meemaakt. Zoals de speeltuin en de moestuin. De vrijwilligers daar vinden het heel fijn om in de herfst door de kinderen geholpen te worden bij het opruimen van de bladeren.
Vreemde vogels in het park
De anderen bevinden zich niet alleen in de directe omgeving van de school, maar ook verder weg, in het Zuiderpark. Daar zitten de Stamgasten, een bonte verzameling mensen die het park als hun stamcafé zien: verslaafden, alcoholisten, zwervers en daklozen. Normaal voor kinderen niet de mensen om op af te gaan. Maar dit zijn schoolkinderen in een Vakmanstad-programma, die leren hoe ze met moeilijke situaties om kunnen gaan. Het is beter als ze kennismaken met de Stamgasten, want ze komen elkaar ook op straat tegen. Wat kennis van die mensen en hun wereld kan dan geen kwaad.
Waarom ze daar altijd zitten, wat ze er leuk vinden en waarom ze toch zoveel rommel maken, daar mogen de leerlingen best achter komen. Nu komt die rommel goed uit, want de kinderen hebben net les gekregen over het afvalprobleem. Een beetje hulp bij het opruimen kan goed van pas komen. Willen die mannen niet opruimen? Wel een beetje een rare vraag aan die rommelmakers. Waarom vragen de kinderen niet aan die mannen of ze de andere parkbezoekers op hun rommel kunnen wijzen? Wie weet doen ze dat. Maar zover is het nog niet. Iris broedt nog op de juiste aanpak.
Verheffen
Het belang van de groenlessen is ook andere partijen niet ontgaan. Zo zijn er gesprekken met medewerkers van Rotterdam Circulair, die willen weten hoe de kinderen betrokken kunnen worden bij de plannen die Rotterdam met de circulaire economie heeft. Zulke contacten passen bij wat Vakmanstad wil bereiken: de juf is steeds op zoek naar andere partijen uit de buurt om zo de wereld van de kinderen te vergroten. Of kun je het beter verheffen noemen? ‘Dat geeft wel goed aan waar we naar toe willen met de leerlingen.’ Iris legt steeds met veel plezier uit waarom alles wat ze meemaakt gaat zoals het gaat. Dat is belangrijk voor de vorming van haar leerlingen. Iris: ‘De kinderen in de groenles verheffen is eigenlijk wat achter alle lessen zit: de kinderen ervan bewust maken dat ze onderdeel zijn van een ecosysteem waar ze niet buiten kunnen. Ze zijn onderling allemaal met elkaar verbonden, de koolmees, de schoolkinderen, de regenwormen, de oude mensen in het verpleeghuis en de stamgasten in het park.’
Vinden de kinderen de groenlessen en andere vakken van Vakmanstad leuk en nuttig?
Misschien maakt de uitspraak van een kind tegen een ander kind dat nog het meest duidelijk: ‘Kijk, een regenworm. Pas nou op, straks maak je ‘m dood.’ Dan hebben de kinderen het begrepen. Ecosystemen en duurzaamheid, pastinaken en pindaslingers: er is van alles te leren in de lessen van Iris. ‘Je kunt niet ontweten wat je te weten bent gekomen’. Wat een mooi woord: ontweten.
Het laatste nieuws
- Algemeen
Henk Oosterling geridderd voor zijn maatschappelijke betrokkenheid en dienstbaarheid!
Op woensdagmiddag 18 september ontving Henk Oosterling een Koninklijke onderscheiding uit handen van locoburgemeester mevrouw Natasha Mohamed-Hoesein. Dit gebeurde in de aanwezigheid van familie, vrienden,...
19 september 2024